KPI staat voor kritieke prestatie-indicatoren, Engels Key permorance indicators. KPI’s zijn variabelen om prestaties van ondernemingen te onderzoeken en analyseren. Deze termen werden in 1961 voor het eerst gebruikt en zijn in 1995 voor het eerst toegepast.
SMART doelstellingen bij KPIs
Een kpi moet voldoen aan een aantal eisen, dat SMART genoemd wordt. Deze zijn: Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Specifiek, is de doelstelling eenduidig en weet iedereen precies wat er gemeten moet worden? Meetbaar, onder welke voorwaarden is het gewenste doel bereikt? Acceptabel, is de doelstelling acceptabel voor de doelgroep? Is het een realistisch plan en wanneer moet het af? Al deze vragen komen van pas bij het gebruik van KPI’s.
KPI’s geven belangrijke informatie aan organisaties. Met deze informatie kunnen mensen de ontwikkeling van een bedrijf als geheel volgen en vergelijken in de tijd en tussen concurrenten. Ook kunnen er voorspellingen mee gedaan worden. Ook kunnen prestaties op de lange termijn eenvoudig omgezet worden naar prestaties op de korte termijn. Strategieën van bedrijven worden zo gemakkelijk gerealiseerd.
KPI niveaus
Als laatste worden KPI’s gedefinieerd op drie verschillende niveaus. De eerste is visie en missie. Hier wordt de bestaansreden van een bedrijf vastgelegd. Strategische intentie, stakeholderwaardeperspectief en aandeelhouderswaardeperspectief spelen hier een rol. De tweede definitie is een strategische doelstelling. Hier behandelen ze de vraag waar de aandacht van een bedrijf naar moet uitgaan om de visie zo goed mogelijk te behalen. Zowel interne als externe omstandigheden in een situatie speelt hier een rol, dit is vast te stellen door veel strategische analyses. Nummer drie is doelstellingen. Strategische doelstellingen zijn van een hoog niveau en om werkbaar te zijn voor een organisatie moeten deze worden opgesplitst naar SMART doelen. KPI’s zijn er dus voor om de prestaties van een bedrijf zo goed mogelijk waar te nemen.
